Afwijkingen financieel

Te verwachten financiële afwijkingen programma's

Hieronder zijn voor de verschillende begrotingsprogramma's de momenteel reeds bekende financiële afwijkingen opgenomen.

Programma 1. Sociaal en vitaal in Breda

Met betrekking tot de Wet BUIG is de gemeenteraad half maart geïnformeerd over het verdeelmodel BUIG. Daarbij is aangegeven dat het budget nog structureel te laag is om alle bijstandsuitkeringen te kunnen betalen.
Op 18 april 2017 zijn de nader voorlopige budgetten BUIG voor 2017 bekend gemaakt. Voor Breda betreft het een bedrag van € 64,7 miljoen. Het gaat om een minimale bijstelling van € 0,3 miljoen ten opzichte van het voorlopige budget van € 64,4 miljoen. Het budget dat Breda ontvangt blijft daarmee structureel te laag om alle bijstandsuitkeringen te kunnen betalen. Uitgaande van dit nader voorlopig budget 2017 en het gemiddelde uitkeringenbestand 2016 van 4.850 (volledige uitkering op jaarbasis) kan Breda in 2017 een tekort verwachten van circa € 4,0 miljoen. De hier genoemde bedragen zijn nog exclusief een eventuele compensatie vanuit de vangnetuitkering. Op dit moment zijn de werkelijke uitkeringslasten over januari en februari 2017 bekend (uitkeringen worden achteraf betaald). Het is erg lastig en de uitkomst nog uiterst onzeker, om op basis van cijfers van twee maanden aan te geven in hoeverre bovengenoemd tekort daadwerkelijk gerealiseerd wordt. Daarnaast wordt het budget BUIG pas definitief vastgesteld in september 2017. Bij de Tweede Bestuursrapportage 2017 wordt de gemeenteraad opnieuw geïnformeerd. Het tekort BUIG 2017 zal worden opgevangen binnen de reserve Sociaal Domein.
Breda staat in deze forse financiële uitdaging rondom BUIG niet alleen. In 2016 had 8 op de 10 gemeenten een tekort op het bijstandsbudget (6 op de 10 gemeenten had een tekort groter dan 5%). Landelijk gezien was het tekort € 332 miljoen. Het aantal gemeenten met een tekort op het bijstandsbudget is gestegen ten opzichte van het jaar ervoor. Er wordt dan ook blijvend ingezet op een lobby richting ministerie ten aanzien van zowel de toereikendheid van het landelijke macrobudget BUIG als ook de plausibiliteit van het nieuwe verdeelmodel.

Voor de sociale werkvoorziening wordt een tekort verwacht van € 2,8 miljoen waarvoor in de begroting 2017 reeds een onttrekking van € 1,6 miljoen uit de reserve Sociaal Domein is opgenomen. Het aanvullende tekort zal worden opgevangen binnen de reserve Sociaal Domein. Door de Participatiewet is per 2015 na ruim dertig jaar de toegang tot de Sociale Werkvoorziening (SW) afgesloten. Er is geen nieuwe instroom meer. Het aantal Sw-medewerkers daalt daardoor elk jaar. Tegelijkertijd is de berekeningssystematiek van de rijkssubsidie aangepast van subsidie per medewerker naar een landelijk verdeelmodel waarvan is gebleken dat door het Rijk van te hoge uitstroomcijfers is uitgegaan. Als gevolg daarvan is het beschikbare macrobudget te laag om de werkelijke kosten te dekken.

Op het gebied van de Jeugdhulp is in 2015 en 2016 een fors budget overgehouden. Voor 2017 zal dit overschot naar verwachting een kleine € 3 miljoen zijn. Vanwege een bezuiniging vanuit het Rijk van € 3,8 miljoen is dit wel fors lager dan in 2015 en 2016.

Afhankelijk van de uitgaven op het gebied van Wijkimpuls (zie toelichting bij Thema Ontmoeten) kan het tekort binnen het programma Vitaal en Sociaal Breda nog teruglopen.

Programma 2. Ondernemend Breda
De vakantiegeldverplichting aan de medewerkers is met de verzelfstandiging van de stichting Nieuwe Veste niet aan de nieuwe stichting uitbetaald omdat het vakantiegeld pas in het jaar daarna wordt uitbetaald. Met de wijziging in de CAO ten aanzien van het individueel keuzebudget (IKB) is deze vordering opeisbaar door het personeel van de Nieuwe Veste in het huidige jaar. De omvang van deze vordering in het kader van de vakantiegeld verplichting is in totaal € 221.000, wat leidt tot een overschrijding in 2017.  

Programma 3. Duurzaam wonen in Breda
Momenteel zijn nog geen financiële afwijkingen voor dit programma bekend.

Programma 4. Basis op Orde

Thema Open Overheid

Product Raad, Commissies en griffie

Voor onderzoek,  extern advies en accountantskosten voor de raad is voor 2017 (evenals voorgaande jaren) in totaal €25.000 begroot.
Een aantal in opdracht van de gemeenteraad lopende onderzoeken maakt dat dit bedrag op jaarbasis met naar verwachting € 25.000 zal worden overschreden.
De onderzoeken en bijbehorende kosten betreffen met name

  •  het in gang gezette bestuurlijke integriteitstraject;
  • de evaluatie van de Rekenkamer en daarop volgende herbemensing;
  • de jaarlijkse accountantscontrole op de verantwoording van de fractiegelden en
  • een onderzoek gericht op de fundamentele heroriëntatie van de raad en griffie op de wenselijke ondersteuning.              

Thema Beheer van het gemeentelijk vastgoed

Verhuuropbrengsten Stadskantoor C

De verhuuropbrengsten waren begroot op € 1.065.000. Door het vertrek van het UWV uit stadskantoor C dalen de verhuurinkomsten met € 416.000. Deze inkomstendaling wordt gedeeltelijk opgevangen door de uitbreiding NHTV (€ 124.000) en de intrek van medewerkers uit het Sociaal Domein. De medewerkers Sociaal domein nemen de ruimte vanaf 1 april in gebruik waarvoor in 2017 € 149.625 wordt betaald. De totale huuropbrengst 2017 komt uit op € 875.000. Er wordt binnen bestaande middelen gezocht naar een oplossing.

Programma 5. Organisatie en financiën van Breda
Thema Solide Financiën
Stelposten
Vanuit de Strategische Bedrijfsvoering Agenda 2014 - 2018 is het project "Bedrijfsvoering maakt mogelijk" opgezet. Eén van de sporen betreft het onderdeel Fitte Financiën, waarin nadrukkelijk wordt ingezet op het wegwerken van in de begroting opgenomen stelposten. Binnen de Voorjaarsnota 2017 zijn in het meerjarenperspectief de financiële effecten van de geldende CAO gedekt, hetgeen leidt tot afname van de daarmee samenhangende stelposten.

Post onvoorzien

Bij de Begroting 2017 is de post onvoorzien opgehoogd van € 0,3 miljoen naar € 1,5 miljoen. Daarmee kreeg het college de bevoegdheid van de gemeenteraad om snel en adequaat te kunnen handelen. Hier staat tegenover dat de raad geïnformeerd wil blijven over de uitnutting van deze post. Daarom is de afspraak gemaakt dat de raad via de reguliere planning- en controlcyclus geïnformeerd wordt over de uitnutting van de post onvoorzien. Tot op heden is door het college in 2017 voor de volgende onderwerpen een beroep gedaan op de post onvoorzien:
- Inzet Begroting 2017 flexibilisering (voorstel 2016-259): € 300.000;
- Verhogen budget eigenaarslasten Wijkcentra (voorstel 45563): € 71.100;
- Bijdrage in aankoop grond voor De Nieuwe Veste: € 300.000.

Het betreft de aankoop van een perceel aan de Oude Vest, direct voor de Nieuwe Veste gelegen. Dit perceel is reeds vele jaren in gebruik als onderdeel van de openbare ruimte, maar eigendom van een particuliere ondernemer. Zowel bij gemeente als bij eigenaar bestond de wens om het perceel aan de gemeente in eigendom over te dragen. De reden het perceel nu aan te kopen vloeit voort uit de tijdelijke herinrichting van de Oude Vest, die is gerealiseerd vanuit de restauratie van het monumentale Oude Vest-riool, en de wens om te vergroenen. Door nu afspraken over aankoop te maken, kon het perceel direct in de herinrichting worden meegenomen. De aankoop is bekostigd uit de post onvoorziene uitgaven zodat met snelheid kon worden gehandeld. Later in het traject zullen de kosten alsnog ten laste van de daarvoor bestemde projectmiddelen worden gebracht.
De noodzakelijke begrotingswijzigingen zijn voor een deel al, danwel worden via het reguliere proces van begrotingswijzigingen ter definitieve besluitvorming aan de gemeenteraad voorgelegd.

Voorjaarsnota 2017
In de Voorjaarsnota 2017 is een aantal keuzes gemaakt ten aanzien van het meerjarenperspectief vanaf 2018. Daarbij is bestuurlijk tevens onderkend dat ook voor 2017 nog keuzes mogelijk kunnen zijn. In de loop van 2017 kunnen hiervoor op onderdelen voorstellen voor bestuurlijke besluitvorming worden voorgelegd.

Tarieven en overheadopslag

Vanaf het begrotingsjaar 2017 mogen er, door een wijziging van het BBV, geen kosten van overhead meer worden toegerekend naar exploitatieonderdelen. De overhead wordt op één centrale plaats verzameld en gepresenteerd. Voor de onderwerpen voorzieningen, grondexploitatie en investeringen geeft het BBV aan dat de kosten van overhead wel mogen worden toegerekend. Op basis van de richtingen en de keuzes die hierin gemaakt zijn is uiteindelijk besloten tot de werkwijze waarbij voor voorzieningen, grondexploitatie en investeringen wordt uitgegaan van het uurtarief (looncomponenten) verhoogd met overhead. De vanaf 2017 gehanteerde methode houdt in dat de toe te rekenen tarieven voor de drie onderdelen hoger zijn dan in de oude systematiek. Jaarlijks betekent dit voor:

  • grondexploitatie:    € 450.000 (De op termijn hogere kosten voor de grondexploitatie moeten worden betrokken bij de eerstvolgende herziening van de exploitatieopzetten. Voor de lopende grondexploitaties komt dit uit op € 1,2 miljoen voor het aanpassen van voorzieningen en een bijstelling van de winstverwachting met € 0,2 miljoen.)
  • investeringen        € 520.000 (de jaarlijkse kapitaallasten hiervan bedrag circa € 35.000)
  • voorzieningen      € 240.000 (dotaties en onttrekkingen zijn per jaar gelijk)

Voor alle drie de onderdelen geldt dat over de diverse jaren heen er geen budgettaire consequenties zijn. Bij het opstellen van de begroting 2018 zullen de effecten over de jaren heen worden verwerkt.

Flexibilisering en dekking
Bij het opstellen van de Begroting 2017 zijn in het kader van de flexibilisering een aantal dekkingsbronnen aangedragen. De feitelijke realisatie zal in de loop van 2017 zichtbaar worden. In de Tweede Bestuursrapportage 2017 zal nader gerapporteerd worden over de voortgang en invulling. De resultaten zullen uiteindelijk bij de opstelling van de Jaarstukken 2017 bekend zijn.
Op dit moment kan hierover al worden gemeld dat een onderdeel van de dekkingsbronnen een te realiseren bijdrage vanuit het Parkeerbedrijf was. Eerder werd al duidelijk dat van het te realiseren bedrag van € 250.000 er alleen in het 4e kwartaal 2017 een voordeel te verwachten was, hetgeen overeenkomt met een bedrag van € 62.500. Het restant van € 187.500 wordt niet gerealiseerd in 2017.